Thomas Kunst

Licht

Licht is een beeldaspect. Hoewel we licht als normaal beschouwen valt daar nog best veel over te vertellen. En waar licht is, is ook schaduw.

Licht

Lichtbron: Licht ontstaat vanzelfsprekend door een lichtbron. Een lichtbron kan natuurlijk of kunstmatig zijn.

Lichtintensiteit: Is de sterkte van het licht. Belangrijk is te weten wat de invloed van de lichtintensiteit is op de schaduw en plasticiteit. Bij zonnig weer heb je een andere schaduw en plasticiteit dan bij bewolkt weer. Bij fel licht, van de zon bijvoorbeeld, krijg je veel verschil tussen de lichtkant en de schaduwkant van voorwerpen. Bij zwak licht (wolken) en bij diffuus licht (mist) is dat verschil veel kleiner.

Lichtval: Licht kan op verschillende manieren vallen: op een directe manier, of op een indirecte (via een ander oppervlak weerkaatst) manier.

Lichtkleur: Het licht in de ochtend heel anders van kleur dan midden op de dag! Er is hier sprake van verschil in lichtkleur.

Lichtrichting: Maar ook bepalend is de plek waar de lichtbron staat ten opzichte van wat je bekijkt. Als tegen het licht in kijkt zie je andere dingen dan als je met het licht mee kijkt. We noemen dat de lichtrichting. Meelicht maakt de dingen plat, zijlicht laat de plasticiteit zien, bij tegenlicht krijg je snel alleen maar een silhouet, en strijklicht toont versterkt de oneffenheden van een oppervlak.

Schaduw

Als ergens licht op valt dan krijg je schaduw. Er zijn verschillende soorten schaduw:

Eigenschaduw: Dit is de schaduw die ontstaat óp het belichte object. Het benadrukt de vorm van dat object en geeft het object plasticiteit.

Slagschaduw: De slagschaduw is de schaduw die een belicht voorwerp werpt op zijn omgeving (dit kan bijvoorbeeld een ander object zijn). Deze schaduw is geen onderdeel van het object maar van zijn omgeving, en benadrukt de ruimte (we maken ook nog onderscheid tussen lange of gebroken slagschaduwen).

Maar over de gevolgen van licht zelf valt ook nog veel te weten. Want schaduw is niet steeds hetzelfde. Deze is afhankelijk van lichtrichting, lichtsterkte en lichtval. Daarbij is het goed te weten uit welke onderdelen de schaduw bestaat en wanneer die ontstaan!

Clair-obscur: Groot licht - donker contrast
Glimlicht: Een witte vlek op een voorwerp. Het licht wordt zo sterk weerkaatst dat je de oorspronkelijke kleur niet meer ziet.

Plasticiteit

Als er licht valt op een voorwerp ontstaan er op dat voorwerp lichte en donkere plekken. Dit noem je de lichtschaduwwerking. Door deze lichtschaduwwerking zie je dat een voorwerp ruimte inneemt. Het voorwerp krijgt daardoor, zoals dat heet, plasticiteit.

Informatie

Stacks Image 107
Lichtrichtingen
Stacks Image 96
De roeping van Sint Matthew van Carravagio. Claire obscure
Stacks Image 76
Eigen schaduw en slagschaduw
Stacks Image 109
Meisje met de parel van Vermeer. Glimlicht.